SIEGMUND GOLD, geboren 10 oktober 1927
In 1932-1933 is Siegmund met zijn vader, zijn moeder en met zijn een jaar oudere
zusje uit Duitsland naar Nederland gevlucht. Het gezin ging in Heer wonen. In de
eerste tijd ging Siegmund naar de lagere school in Heer. Naar Joodse les op Zondag
in de synagoge in de Capucijnengang gingen we met het stoomtreintje naar
Maastricht. Op Sabbath waren er jeugd-bijeenkomsten boven de synagoge, maar op
Sabbath (rustdag) mogen Joden niet werken of met een voertuig rijden en dus ook
niet met dat stoomtreintje. We liepen dan met grote stappen op de bielzen van de
rails, dat schoot lekker op.
Enkele jaren later is het gezin naar Maastricht verhuisd.
Toen de oorlog uitbrak op 10 mei 1940 was Siegmund twaalf jaar. Hij had net
toelatingsexamen gedaan voor de openbare HBS in de Helmstraat. In die tijd moest je
nog examen doen om toegelaten te worden tot HBS of Gymnasium. Hij kreeg een
goed rapport in die eerste klas en werd aan het eind van het schooljaar in 1941
bevorderd naar klas twee. Maar in die zomervakantie kwam de verordening dat
Joodse kinderen niet meer samen met niet-Joodse kinderen naar dezelfde school
mochten.
Aangezien er leerplicht was werd in Maastricht een apart schooltje opgericht voor
Joodse leerlingen van HBS en gymnasium. In totaal zestien kinderen. Van die
kinderen hadden sommigen net toelatingsexamen gedaan, anderen waren aan hun
eindexamen toe. Alle leerlingen zaten samen in één lokaal. Docenten waren Ernst
Keizer uit Venlo en Louis M. Tas, medisch student uit Amsterdam.
In oktober 1941 heeft Siegmund Barmitswa gedaan. Mijnheer Gobes, voorganger in
de Joodse Gemeente in Maastricht gaf les om zijn Parsje uit het Hebreeuws te leren
vertalen. Een Parsje is een hoofdstuk uit de Tora die de Barmitswa-jongen op die
heugelijke dag in de Synagoge moet voorzingen.Vroeger leerde je niet alleen die eigen Parsje. We leerden hele delen uit Tenach
vertalen.In Tenach staan ook zinnen waarvan mijnheer Gobes een rood hoofd kreeg. Hij las
die betreffende Hebreeuwse tekst dan vluchtig en zei achteloos: “Dat slaan we over,
dat is niet belangrijk”. Wij voelden natuurlijk dat er iets stond dat wij niet mochten
weten en zodra we thuis waren gingen we in onze Tenach met Nederlandse vertaling
opzoeken wat dat geweest kon zijn. Niet altijd werden wij daar wijzer door. Wat zou
“Hij bekende haar” toch betekenen?
In november 1942 werd er aan huis gebeld.
Twee Nederlandse politieagenten: “Goeden avond, wij komen U halen”.
Via de kampen Westerbork, Theresiënstadt, Auschwitz is Siegmund in het kamp
Gross Rosen terecht gekomen. Nadat Gross Rosen in april 1945 in verband met de
nadering van de geallieerde troepen ontruimd moest worden zijn de gevangenen
geëvacueerd. Dat betekende de dodenmars; bewaakt door Duitse militairen enkele
dagen in de bittere kou door de sneeuw lopen, verzwakt en uitgehongerd, letterlijk
vallen en opstaan. Wie niet meer kon opstaan werd doodgeschoten.
Of Siegmund uiteindelijk nog in Buchenwald is terecht gekomen is niet duidelijk
Het Rode Kruis deelt mee: Siegmund Gold, omgekomen op 2 mei 1945 in Midden
Europa.
(tekst geschreven door zijn zusje Jenny Hertzberger-Gold en gestuurd aan Fred
Grünfeld op 16 november 2012).